Poldervlog #2: Fallout Miniature Board Game – demo & recensie

Uw drie caballeros kwamen bijeen voor demospel #2, Fallout. Eerst de video. Pictures or it didn’t happen!

Maar wat voor spel is het dan?

Fallout, wie kent het niet?

Ik niet. Ik ben ooit met computerspellen gestopt na Donkey Kong ongeveer, waarna nog Doom, DukeNukem en een paar Total War-spellen de monitorrevue passeerden. Fallout is na mijn tijd. Ik ben juist met computergames gestopt omdat het zo onmenselijk alleen is, achter je schermpje met een vuurknop. Doe mij maar wat vrienden om een tafel, een hoop dobbelstenen, 1 tot 1000 miniaturen en een goed glas bier. Computergames zijn voor mij tegenwoordig wat FIFA-Football is in vergelijking tot een echt balletje trappen – lui. Statisch. Te droog.

Dat is meteen het enorm positieve punt van het post-apoc Fallout Miniature Game: het is tenminste live. Lol met bier erbij. Niet digitaal. Het helpt als je eerst lol hebt gehad met het computerspel, zodat je de achtergrond kent. Zoals X-Wing leuker is vanwege de films, en Waterloo interessant voor wie de geschiedenisboeken gelezen heeft. Voor mij was het daardoor iets verder van mijn bed. Ik ben geïnteresseerd in de miniaturen en de spelmechanismen zonder er extra enthousiast over te zijn.

De setting

De setting is – tja. Corona. Nederland eind december 2020. Ik kan er niet omheen.

“De buitenwereld kenmerkt zich door een verwoest landschap en de afwezigheid van openbare orde. Door de alomtegenwoordige straling zijn bij velen genetische mutaties ontstaan. Later blijkt ook dat sommige mutaties opzettelijk door de mensheid (het leger) opgewekt zijn in de hoop onverslaanbare strijdkrachten te krijgen.

Iedereen schijnt zich te hebben opgesloten in zijn ‘vault’. Buiten is iedereen bang voor virus straling. Fallout is kortom echt een spel om tijdens de aanstaande eenzame kerst met mondkapjes op te spelen, terwijl buiten hordes werkloze post-apoc scavengers met gemuteerde BOA’s vechten.

De setting van het spel is prima nagebootst, begrijp ik na enig research. De miniaturen zijn mooie kopieën van de computeroriginelen. Het computerspel heeft een systeem met character scores, ook bekend uit rollenspellen, dat terugkomt in het miniatuurspel: op kaartjes staan de scores voor de eigenschappen Strength, Perception, Endurance, Charisma, Intelligence, Agility, Luck en daar moet je in voorkomende situaties voor dobbelen.

Het spel zelf is Frostgrave-achtig. Je moet met je figuren bepaalde objectives/ punten/ schatten/ voorwerpen veiligstellen en in handen houden tot het eind van het spel. Dat past in de sfeer van het computerspel waarbij de spelers missies hebben en een basis om op terug te vallen. Er zit een campagne- of ontwikkelmodus bij waardoor je personages steeds beter worden. Net als in computergames.

De inhoud van de doos

De miniaturen

Het belangrijkste bij een miniaturenspel is de kwaliteit van de miniaturen. Die is in orde.

Koen heeft deze geschilderd. Hoewel zijn beschildering eigenlijk vrij standaard is – Koen heeft ze geschilderd als speelmodellen en niet als vitrinefiguren – zie je dat de details mooi uitkomen. Action poses. Redelijke variatie. Niks mis mee. Gemiddeld tot goed.

In vergelijking met Conan of Zombicide valt bovendien op dat het meer en meer gevarieerde figuren lijken te zijn dan de – op de hoofdfiguren na – vaak repeterende figuren van Conan/Zombicide. De miniaturenschilder heeft waar voor zijn geld.

Het spelsysteem

Fallout speelt als een versimpeld action-roleplay. Je hebt een kaartje met scores.

Dat zijn eigenlijk 1D10 eigenschappen: doe iets met kracht, gooi dan 5 of lager, doe iets met behendigheid, gooi dan 4 of lager. De Sole Survivor hierboven is een soort ranger/dief, goed met lange-afstands-wapens, goed in zoeken en deuren openmaken, behendig, niet sterk en snel uitgeschakeld. Als speler heb je een groep van figuren met een scala aan kwaliteiten. Wapens of aangetroffen voorwerpen verbeteren de scores. Het klinkt bekend voor wie AD&D, GURPS en WHFB of eigenlijk welk rollenspel dan ook heeft gespeeld.

Met deze figuren speel je de battles uit rollenspellen. Om dat snel en eenvoudig te laten verlopen heeft Modiphius de tabellen en het opmeten afgeschaft. Het systeem werkt in plaats daarvan met speciale kleurendobbelstenen voor treffers en voorgedrukte kartonnen rulers voor de afstanden. Het bewegen kan in alle richtingen en in of uit een huis gaan, dekking zoeken, trappen op of af gaan is niet aan bijzondere regels of beperkingen of dobbelstenen gebonden. Flexibel.

Uiteraard gebruikt Modiphius hiermee een beproefd systeem dat werkt. Élk systeem heeft voor- en nadelen. Met een standaard tabellen-systeem is soms de vraag welke tabel je nodig hebt en of het spel niet nodeloos wordt vertraagd. Met een beker aan verschillende dobbelstenen vraagt een speler zich soms wel eens af waar hij al die stenen voor nodig heeft en of het niet (nog) simpeler kan, omdat hij de weg kwijtraakt in alle kleurtjes. Het is een keuze met als voordeel dat je kunt spelen ‘van de tafel af’, met openliggende character cards, eigenlijk als mini-reference sheet.

De volgorde is om-en-om IGOUGO, net als bij schaken doet een speler, wanneer aan zet, de acties met één van zijn nog niet gebruikte modellen waarna de ander met een nog niet geactiveerd model zijn (tegen)acties doet. Wie aan het begin van de beurt het hoogst voor initiatief rolt, begint met zetten. De beurt eindigt als als alle modellen zijn geweest. Je kunt tactisch zijn en een zet passen, waardoor je de volgende zet twee modellen kunt activeren, of drie als je twee zetten past.

Veel terrein is essentieel. Wat je ziet, hieronder (denk die lelijke man even weg) is een standaard tafel met ruïnes met ruimte voor dekking en verbergen. Terrein is niet inbegrepen in de doos. Er zijn uitbreidingssets, solo- en co-opvarianten.

Wat vonden wij ervan?

De meningen waren verdeeld en dat had welbeschouwd vooral met setting te maken.

Ikzelf vind Fallout standaard. Gemiddeld. Als ik er een cijfer voor moet geven, dan kom ik voor standaard-spellen altijd tussen een 6 en een 7 uit, iets lager als de uitvoering matig is of bepaalde mechanismen me tegenvallen, iets hoger als de vormgeving aantrekkelijk is of me gewoon meer aanspreekt.

Van dit spel wordt ik niet warm maar ook niet koud. Als skirmish battle game is het me iets te simpel. Maar je kunt manoeuvreren in of achter terrein – pluspunt – en er zit een campaign modus in, waardoor je characters kunt ontwikkelen. Dat is een tweede pluspunt. Derde pluspunt is de kwaliteit van de miniaturen. Zo kom ik op een 7 uit.

Ter referentie: Zombicide zou ik een 7,5 geven (meer co-op), Conan komt denk ik op een 8 uit (innovatief resource management) en Infinity op een 8 of een 9 (ontzettend dynamisch), maar dat is ook weer een veel complexer spel dus misschien niet eerlijk te vergelijken. Deze Fallout setting zegt me niks. Het is post-apoc Frostgrave. Niet zoveel meer, of minder. Wel lollig.

Michel vond het een vlot spelend, dynamisch game, fastplay, boem-je kunt het spelen. Al die verschillende dobbelstenen vond hij maar chrome, hij is tevreden met tabelletjes en die kleurtjesdobbelstenen zijn maar malle poespas. Hij wilde het in eerste instantie een 6 geven omdat hij het vergeleek met ons vorig vlogspel, Victory At Sea. Dat is ook met kaartjes en om-en-om, maar die setting met slagschepen op zee trekt hem veel meer (terwijl ik dan weer denk: grijze bootjes, vlakke zee, hoe saai kun je het maken? 🙂 ). De vergelijking wegdenkend gaf hij het toch een 7. Best een OK skirmish game.

Positivo Koen was lyrisch – het zal wel Brabants zijn, dat gebrek aan relativeringsvermogen, dat idee dat alles carnaval is, denkt deze Amsterdammer. Maar goed – Koen had het spel dan ook gekocht en dat doe je niet als je er vooraf niet al enthousiast over bent. Koen is juist bijzonder gegrepen door de setting, is ingenomen met de campaigns en match met het videospel dat hem juist wél veel zegt. Hij kwam dan ook op een 8 uit en dat is hem en het spel gegund.

Wat vinden anderen van Fallout?

De computergame VG247 blog zegt met zoveel woorden dat het oorspronkelijke computergame eigenlijk beter is.

These narrative features [campaign mode etc] go a long way towards making players invested in context-free miniature battles. Unfortunately, they aren’t nearly as robust as what Fallout players now expect from the video games. Wasteland Warfare lacks Fallout’s narrative depth and branching path story, even with the campaign book’s optional concessions.

(…)

That said, if you’re specifically looking for a Fallout miniatures game that puts tactics first, you can’t go wrong with Wasteland Warriors. The miniatures are well-designed. Its gameplay is detailed but not overly complex. There’s lots of room to incorporate new expansions and custom rulesets.

Fuzzy Lama op Board Game Geek is kritisch positief. Een koene speler, zogezegd.

The minis look great but honestly I was not impressed by the rest of the components. There are a bazillion tiny cardboard tokens with sooo many different icons on them. These are not terrible quality but nothing fantastic about them either. (..)

The game is super fun, and not only that but you will be chatting up a storm whilst playing it. It is so much fun just because you are so open on what actions you can take and where you can move. You will be discussing strategies out loud and plotting and planning. But still the more terrain, the more options, the more discussion, the more fun.

(…)

I recommend it. BUT please do your research and know what you are getting yourself into with this game. You could just buy the 2-player starter set and not buy anything else to go with it and have an ok time. Without terrain this game is very bland. For $60 I would expect a complete game but apparently this is just not the way miniatures wargames work. You are expected to buy much more to get a complete full experience.

RPGnet is ook vrij positief:

The strong points: (…) The models are mostly caught in static poses, this doesn’t reduce however in the least the cool factor. (…) There is an incredible amount of detail in all these scruffy looking characters, irrespective of what side they are all. The aesthetics are very pleasing and faithful to the computer game series. (…) if however you would prefer using its minis in a targeted way in other games, like in Strontium Dog they will work just fine.

The weak points: The Two Player Starter Set is just that: a starter set. The gaming experience is nice, it is however crystal clear that if you want to deploy the game’s full possibilities you will have to invest more heavily in it. Easy example: the two terrain maps are rather thin, and the set does not include 3D terrain (…)

Conclusion: Fallout: Wasteland Warfare is a terrific miniatures game, and the Two Player Starter Set is the best way to get a taste of it. It is totally respectful to the theme of Fallout, gets the miniature design and the rules right, while aiming for an involved, complex experience. Even more so, it plays as a solo, as a coop, and as a competitive game. It requires you to invest heavily in the line if you want to enjoy all its aspects, isn’t that however how all miniature games work?

De winkelprijzen variëren. Met even zoeken vind je de two-player set voor maar 45 euro. Maar daar klagen de kopers over dat de miniaturen van inferieur verbogen PVC is. Er zijn duurdere sets van 60-70 euro. Misschien is er een verschil tussen een eerste duurdere set met resin figuren en een tweede goedkope versie met PVC. De miniaturen in de set die wij hadden waren van goede kwaliteit.

Poldervlog #01: Victory At Sea van Warlord

Kwam het door Slauerhoff?

Ik moet weer op zee gaan, een goed schip en in ’t verschiet
Een ster om op aan te sturen, anders verlang ik niet.
Het rukken van ’t wiel, ’t gekraak van het hout, het zeil ertegen,
Als de dag aanbreekt over grauwe zee, door een mist van regen.

Schreef Slauerhoff ooit, in de poëtische evergreen Zeekoorts.

Wellicht door Slauerhoff, wellicht gewoon omdat Warlord het spel Victory At Sea heeft heruitgebracht testten uw drie beste stuurlui aan wal voor Poldervlog dit poëtisch-nautisch naval wargame uit. Het vier minuten durende videoverslagje – dankje Koen! – vind je hieronder. Place of action: Nijmegen. Home of the brave, land of the free.

Maar er is meer, want in een kort vrolijk videoverslagje kun je wel indrukken maar weinig data kwijt. En geen gedichten. Daarom deze blog.

Wat voor spel is het?

Het is een naval wargame. Warlord heeft de rechten gekocht van het gelijknamige spel van Mongoose. In de doos zitten twee vloten, geprint zeepapier en de regels. Voor mensen met videogame-aspiraties zit er nog een kortingscode voor World of Warships bij.

Unboxed is dit het spel:

Maar Warlord verkocht toch al Cruel Seas?

Cruel Seas is meer een ‘naval skirmish game’ met motortorpedoboten, een paar vliegtuigen en een klein schip. Initiatief gaat zoals Bolt Action, fiches uit een zak. VAS is een naval grand battle, met slagschepen die pas na honderdduizend salvo’s of een goedgemikte torpedo heel langzaam ten onder gaan, en kruisers en onderzeeboten. Andere schaal, andere modellen. Iets ander spelmechaniek.

Hoe werkt het spel?

Ieder schip heeft een kaart met stats die er als onder uitziet.

Het is het bekende systeem eigenlijk: 6zijdige dobbelstenen, met een to hit-waarde, een saving throw, damage points, een paar bijzondere eigenschappen die bonussen geven op bepaalde acties. Onze vloten bestonden uit een combinatie van snelle kwetsbare torpedoboten en slome, meer of minder onkwetsbare giganten.

Het spelsysteem kent geen verrassingen:

  • initiatief: om de beurt activeer je een schip, wie het hoogste gooit hoeft niet als eerste te bewegen maar mag wel als eerste schieten.
  • daarna bewegen: in inches
  • daarna schieten: volgens de tabel, doorgaans 4-5-6=raak, maar moeilijker als verderaf of sneller bewegend doelwit. Een natural 6 is een critical hit en geeft kans op bijzondere schade
  • end phase: eigenlijk rally, ongedaan (proberen) te maken van critical hits.

Dus je schuift om de beurt met een bootje waarmee je steeds al de mogelijke acties afwerkt en de ander kan dan weer reageren met een bootje van hem, totdat alle schepen zijn geweest en dan begint het weer opnieuw.

In de paar uur dat we het speelden kwamen we een heel eind.

Op welke spellen lijkt het?

Het spel deed me denken aan Dropzone Commander (dat weer afgeleid lijkt te zijn van Epic), X-Wing en What A Tanker.

  • DZC heeft net als VaS een één-voor-één-systeem en een eenvoudig to hit/save systeem. Maar DZC heeft een ander doel, een speler moet bepaalde objectives in een wolkenkrabberstad ‘stelen’ en de line of sight is steeds geblokkeerd.
  • X-Wing is ook met schepen, hoewel ruimteschepen. Initiatief is anders en beweging ook. X-Wing heeft allerlei templates en VaS maar één.
  • What A Tanker is een tankschietspel en die tanks kunnen ook allerlei kritieke treffers oplopen waardoor ze moeilijker bestuurbaar worden. Maar dat is maar 1 tank, niet een hele vloot.

Ik denk niet dat het op Cruel Seas lijkt: afgaand op de beschrijving van Pijlie’s Blog is dat kleinschaliger, onvoorspelbaarder en werkt het meer met templates dan VaS.

Hoe verliep onze slag?

Michel en ik zetten één voor één op en bewogen onze schepen naar voren. Allebei hadden we een versterkte rechterflank en maakten we gebruik van de dekking van wat neergepleurde eilanden. Onze missies waren verschillend. Ik was schildpad, hij de haas: mijn Amerikanen waren vrij langzaam en moesten zoveel mogelijk Japanners uitschakelen, hij als snellere Jap moest langeafstandsvuren en zelf schade vermijden. Al vanaf beurt 1 wisselden we schoten uit.

We hadden beiden succes met onze strategie, maar ik iets meer dan hij en ik behaalde een kleine zege hoewel een van mijn kruisers werd getorpedeerd. Michel en ik kregen een aardige eerste indruk.

Wat vonden wij van het spel?

Ikzelf ben zwaar bevooroordeeld. Naval wargames horen voor mij bij het lijstje ACW, WHFB, 40K en post-1945 modern wars: geen lol in. Voor naval wargames komt dat omdat ik geen plezier beleef aan grijze bootjes en een blauwe zee. Grauwe zee, mist van regen. Niet poëtisch genoeg.

Een beetje saai zelfs vond ik bovendien dat het spel in mijn ogen speelde als een mobiele lange afstands- artillerie-slag. Schuiven, vuren. Schuiven, vuren. Hopen dat je wat raakt. Poef. Torpedo. Je kruiser is nu af. Ik probeerde iets met dekking, of tactiek, en het betekende weinig. Dobbelen tot de dood er op volgt. Tja.

Vandaar: een zesje. Ik vind deze regels nogal standaard. Van DZC vind ik de miniaturen en het spelregelboek veel gelikter. X-Wing heeft een betere game engine met gelijktijdige orders en geen tabellen maar dobbelstenen. What A Tanker is met meer lol geschreven en flexibeler met de inzet van dobbelstenen.

Maar ik zie ook goede kanten.

  • De goede kant is dat VAS simpel en direct speelt en juist door de simpele game engine heel toegankelijk is.
  • Het om de beurt schuiven geeft net als bij dammen een bepaalde snelle dynamiek aan het spel.
  • Een sterk punt vind ik bovendien dat er vanaf beurt 1 meteen actie is. Iedere zet gebeurt er wat.

Michel dacht daar heel anders over. Hij vond het juist heel historisch, dat knallen in de verte. Kaboem! Zeeslagen zijn nou eenmaal geen veldslagen met malle charges en bajonetgevechten in rattenholen. Hoe naïef kun je zijn, Jurjen? Naar zijn idee kon hij heel tactisch zijn vloot bewegen en schuiven over de tafel. Hij verloor wel trouwens 🙂

Michel was bovendien enthousiast over de scenario’s, die voor verschillende vloten verschillende doelen hebben: waar de ene het doel kan hebben de ander de grond in te boren, kan de ander het doel hebben ‘de helft van het bord te bezetten’. Het is niet ‘jij wint dus ik verlies’. Het ligt subtieler. Michel gaf het spel een zeven.

Koen, de echte romanticus onder ons, want hij had het spel gekocht, nuanceerde, omdat hij nu eenmaal altijd nuanceert en zelfs Sinterklaas minder genuanceerd is dan hij. Dit is de basisdoos, jongens. Voor 50 euro heb je al een relatief compleet spel en de echte diepgang komt volgens hem van uitbreidingen zoals onderzeeboten en vliegdekschepen. Koen gaf het spel ook een zeven. Hij verwacht veel van de aanstaande uitbreidingen. En bovendien droomt hij weg bij oude documentaires.

Wat vonden anderen van Victory at Sea?

Er is een oude recensie van armchairgeneral.com van de eerste (vergelijkbare) pre-Warlord-editie.

Both my opponent and I enjoyed the game and were thrilled to find a naval miniatures game that was light on rules and heavy on action and fun. This is a beer and pretzels game and the serious grognard may be dismayed if expecting something different. 

This is a light, fast game. In an hour or so, you can recreate a naval battle without being bogged down by overly complicated and seemingly pedantic rules. This game can be taught in a few minutes and there is very little downtime for either player. My only complaint with this otherwise stellar game is the weakened capabilities of aircraft.

Eric Nicely was playtester van het systeem voor Mongoose en recenseerde het spel op BoardgameGeek in 2007,

VaS plays fast and has enough detail to keep me playing. (…) you could easily play 20 ships and finish the game in 4 hours. Thats’s the biggest point for me, I can play as many (or as few) ships as I want without the game bogging down. The critical hits are something I like a lot with just enough detail to make it interesting. There’s been some who have complained about the simplicity of the submarine rules but I like them. VaS is very playable, it’s a game and not an excercise in deciphering naval technology. I don’t have to use a calculator to figure damage or use algebra to fire torpedoes. I can play whatever mix of ships I want, I don’t have to use a fleet list from a published scenario in every game.

I would recommend this game to anyone that likes the thought of WWII ships doing battle. Experienced wargamers will like the playability, new wargamers will like the low learining curve. It’s worth a shot (…)

Samengevat: aardig spelletje om in weg te vluchten op een regenachtige herfstdag in Nijmegen of elders. Zoals Slauerhoff als schreef:

Want de roep van de rollende branding, brekende op de kust,
Dreunt diep in het land in mijn oren en laat mij nergens rust,
’t Is stil hier, ‘k verlang een stormdag, met witte jagende wolken
En hoogopspattend schuim en meeuwen om kronk’lende kolken.

Ik ben een gedoemde zwerver, waar moet ik anders heen?

Het was dus tòch Slauerhoff 🙂